Terug naar overzicht

EERST AFSCHEID NEMEN VAN UITZENDKRACHTEN

In een uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 14 augustus 2018 oordeelt de rechter over een verzoek om herstel van de arbeidsovereenkomst (art. 7:682 BW).

De feiten

Verzoeker is werkzaam in de functie van Customer Service medewerker voor 36 uur per week. Naast medewerkers in vast dienstverband, zet de werkgever ook uitzendkrachten in. De werkgever constateert in 2016 dat het aantal klantcontacten sterk is teruggelopen, en dat er sprake is van inefficiënte inzet van haar medewerkers op de afdeling Customer Service. Hoewel de werkgever eerst werkt aan het flexibiliseren van de bezetting zonder baanverlies, besluit zij in 2017 dat dit flexibele roosterregime toch niet ingevoerd wordt vanwege onvoldoende draagvlak. De afdeling Customer Service zal in plaats daarvan moeten krimpen met vier werknemers.

In de aanvraag voor een ontslagvergunning bij het UWV voert de werkgever aan dat het inzetten van uitzendkrachten noodzakelijk is, “aangezien alleen op deze wijze sprake kan zijn van een efficiënte invulling van het rooster”. Aangevoerd wordt dat de uitzendkrachten geen vaste medewerkers vervangen en slechts meebewegen met de schommelingen in interactie. Het UWV gaat hierin mee, en stelt dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat uitzendkrachten noodzakelijk zijn en dat de inzet van deze krachten geen structureel karakter heeft. Voor wat betreft de vraag of het hier gaat om uitwisselbare functies, oordeelt het UWV dat de functies niet uitwisselbaar zijn, aangezien de werkzaamheden van de uitzendkrachten duidelijk een tijdelijk en kortdurend karakter hebben.

Het verzoek

De werknemer, die met toestemming van het UWV is ontslagen, is het met het bovenstaande niet mee eens. Deze stelt dat het UWV niet met het ontslag had mogen instemmen, omdat er geen noodzaak zou bestaan voor het vervallen van arbeidsplaatsen. De rechter is het op dit punt niet eens met verzoeker, en stelt dat het wel degelijk zo is dat, gegeven de daling in het aantal klanteninteracties, minder mensen op de afdeling van verzoeker nodig zijn.

Daarnaast voert verzoeker aan dat het UWV niet met het ontslag had mogen instemmen, omdat de werkgever eerst afscheid had moeten nemen van haar uitzendkrachten. De rechter oordeelt hier dat de functies van de vaste werknemers en uitzendkrachten wel degelijk uitwisselbaar zijn. Uit de feitelijke omstandigheden blijkt dat de uitzendkrachten niet zo tijdelijk zijn als door de werkgever wordt aangevoerd. Zo is er sprake van een duidelijk omvangrijkere inzet van uitzendkrachten en zijn vier uitzendkrachten geruime tijd ingezet.

De beoordeling

Omdat ook niet aan de uitzondering van art. 17 Ontslagregeling is voldaan, aangezien deze alleen ziet op werknemers die werkzaamheden van tijdelijke aard verrichten, had het UWV volgens de rechter de ontslagvergunning moeten weigeren, omdat de werkgever de overeenkomsten met de uitzendkrachten niet had beëindigd. De kantonrechte wijst daarom het verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst toe.

Gevolgen

De bovenstaande uitspraak laat zien dat in bepaalde gevallen een verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst wel degelijk effect kan hebben. Daarnaast moet men in het achterhoofd houden dat de feitelijke omstandigheden altijd een rol blijven spelen.

Neem direct contact op