Terug naar overzicht

WETSVOORSTEL OVERGANG VAN ONDERNEMING IN FAILLISSEMENT

In principe worden werknemers bij een overgang van onderneming beschermd. De rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst tussen hem en een in de onderneming werkzame werknemer, gaan namelijk automatisch over op de overnemende partij (art. 7:663 BW). Indien de werkgever in staat van faillissement is verklaard en de ondernemer tot de boedel behoort, gelden deze beschermingsregels voor de werknemer echter niet (art. 7:666 BW). Bij een doorstart vanuit faillissement kan er dus ook sprake zijn van een reductie van het personeelsbestand, zonder dat de beschermingsregels van overgang van onderneming daaraan in de weg hoeven te staan.

Dat de bescherming van de werknemer niet geldt binnen faillissement is een uitzondering op de hoofdregel. Deze uitzondering gaat echter niet altijd op, zo blijkt uit het Smallsteps-arrest van het Hof van Justitie. Deze uitspraak had betrekking op de pre-packprocedure. Door middel van deze procedure kan een doorstart worden voorbereid voordat officieel van een faillissementsaanvraag sprake is, doordat de onderneming zich meldt bij de rechtbank met het verzoek in stilte een dergelijke doorstart te mogen voorbereiden met directe benoeming van een curator en rechter-commissaris. Op deze manier kan de ondernemer ‘alvast’ met de curator bespreken of – en zo ja, onder welke voorwaarden – een doorstart na faillissement haalbaar is. Breekt het faillissement dan echt aan, dan hoeft geen tijd meer te worden verloren met het uitleggen van de voorgenomen transactie(s). De pre-pack kan dus helpen met een vlotte doorstart. In het Smallsteps-arrest is de vraag aan de orde of deze (Nederlandse) pre-packprocedure voldoet aan de vereisten om een uitzondering te mogen maken op de eerder besproken beschermingsbepalingen voor werknemers. Het Hof oordeelt dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord; de pre-pack is immers niet gericht op liquidatie van de onderneming, maar juist op voortzetting. Werknemersrechten moeten in een dergelijke procedure dus gewoon mee over gaan als de onderneming wordt overgedragen binnen faillissement.

Het Smallsteps-arrest heeft onduidelijkheid en onzekerheid meegebracht over de positie van werknemers in het kader van een doorstart. De Richtlijn 2001/23/EG waaruit de beschermingsregels voor werknemers voortvloeien, biedt echter een optie om deze regels naar faillissement door te trekken. Met de aanneming het Wetsvoorstel overgang van onderneming in faillissement zal dit ook gedaan worden. Dit wetsvoorstel beoogt de onduidelijkheid die het Smallsteps-arrest heeft gecreëerd (voor een deel) weg te namen. Het beoogt namelijk te bewerkstelligen dat werknemers die ten tijde van de faillietverklaring in dienst zijn bij de gefailleerde werkgever, op het moment van de overgang van de onderneming in principe onder dezelfde arbeidsvoorwaarden in dienst komen bij degene die de onderneming in het faillissement overneemt en voortzet. Alleen als er bij de overgang arbeidsplaatsen verdwijnen en dit het gevolg is van bedrijfseconomische omstandigheden, is het de verkrijger toegestaan minder werknemers over te nemen. Wordt dit wetsvoorstel uiteindelijk wet, dan betekent dit dus een aanzienlijke verandering in de positie van de werknemer in faillissement. Een doorstart kan hierdoor ineens een stuk minder interessant worden.

Het Wetsvoorstel overgang van onderneming ligt sinds 29 mei 2019 voor ter internetconsulstatie.

Neem direct contact op