Afgelopen maandag 3 april 2023 verscheen de langverwachte voortgangsbrief van de minister van SZW. In deze brief worden wetswijzigingen aangekondigd. Het gaat om de volgende wijzigingen welke nog niet definitief zijn, maar waarvan het de verwachting is dat deze uiteindelijk per januari 2025 in werking zullen treden.
Verplichte AOV voor zzp’ers
Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers. Er geldt een wachttijd van een jaar. De kring van verzekerden zijn IB-ondernemers (DGA (nog) niet). Elke zelfstandige verzekert zich standaard voor een uitkering van 70% van het laatstverdiende inkomen tot aan de grens van 143% WML. De uitkering is maximaal 100% van het WML. De premie voor de standaardverzekering is op basis van huidige inzichten indicatief 7,5% tot 8% van het inkomen tot de maximale premiegrondslag. De premies van periodiek uitgekeerde arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn fiscaal aftrekbaar. Er komt een opt-outregeling bij ten minste gelijkwaardige verzekering.
Oproepovereenkomsten
Het oproepcontract wordt vervangen door het nieuwe type basiscontract. In dit contract zal het verplicht worden om ten minste een arbeidsomvang af te spreken, niet zijnde nul uren (bandbreedte). Wanneer er bij dit type contract gekozen wordt voor een periode van langer dan een maand tot een kwartaal, gaat een verplichting tot gespreide loonbetaling gelden. De maximale bandbreedte beschikbaarheid is 130% van arbeidsomvang. Regeling geldt niet voor studenten en scholieren.
Uitzending
Uitzendkrachten wordt meer zekerheid geboden, door fase A en B te verkorten (zie reeds uitzend-cao): 52 weken fase A. 2,5 jaar fase B. Uitzendkrachten krijgen gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden (niet dezelfde, maar wel gelijkwaardig). Uitzendbureaus moeten voor 1 januari 2025 voldoen aan certificeringseisen.
Ketenregeling
Doorbrekingstermijn zes maanden komt te vervallen. In plaats daarvan vijf jaar administratief verval. Uitzonderingen bij cao niet langer mogelijk. Regeling geldt niet voor studenten en scholieren.
Einde re-integratieverplichtingen eerste spoor na één jaar
Een kleinere werkgever (tot 100 werknemers) en zijn werknemer kunnen gezamenlijk besluiten tot het afsluiten van het eerste spoor einde 52 weken. Er zullen in de uitwerking procedurele waarborgen worden opgenomen hoe werkgevers en werknemers dergelijke afspraken kunnen vastleggen. Als de werkgever en de werknemer niet tot overeenstemming komen over het afsluiten van het eerste spoor, en de werkgever wil het eerste spoor toch afsluiten, dan dient hij het UWV om toestemming te vragen. Als het eerste spoor is afgesloten, is het uitgangspunt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst na twee jaar onder voorwaarden kan opzeggen.
Voor de werkgever is dan duidelijk dat hij geen plek meer beschikbaar hoeft te houden voor de werknemer en heeft de werkgever duidelijkheid dat hij de zieke medewerker duurzaam kan vervangen.
Premiedifferentiatie WW: geen premieverhoging bij meerwerk vanaf 30 uren per week vast contract
De verhoogde premie van 5%-punten bij een overschrijding van 30%, geldt niet ingeval de werknemer een vast contract voor ten minste 30 uur per week heeft (is thans 35 uur).
Calamiteitenregeling Personeelsbehoud (CP)
Er komt een calamiteitenregeling voor ondernemers in extreme gevallen voor de duur van maximaal zes maanden. Er kan dan gekozen worden om tijdens de CP werknemers tijdelijk ander werk te laten verrichten of werknemers minimaal 20% minder te laten werken. Over het aantal niet-gewerkte uren wordt 80% loon betaald, waarbij het totale loon niet meer dan 10% mag dalen. Ook mag het inkomen van de werknemer niet lager komen dan het wettelijk minimumloon. Als de werkgever hiervoor kiest, kan hij een tegemoetkoming van 60% voor de loonkosten van de niet-gewerkte uren aanvragen.